Landschapsfoto’s

Tip 1: bereid je voor
Een goede voorbereiding in de landschapsfotografie is cruciaal. Scout van tevoren je locatie, gebruik Google Earth en foto’s van andere fotografen. Is de locatie interessant tijdens zonsopkomst of zonsondergang? Of juist bij strijklicht? Zijn er geen storende elementen aanwezig?
Zorg ervoor dat, voordat je de deur uitgaat, je weet waar je welke foto wilt maken, wanneer je daar moet zijn en welke omstandigheden je nodig hebt. Hoe beter je voorbereiding, hoe groter de kans op een geslaagde landschapsfoto.

Tip 2: Maak gebruik van het mooiste licht
De mooiste tijd voor landschapsfotografie zijn de uren rond zonsopkomst en zonsondergang. Dat ligt voor de hand, maar binnen deze tijdspanne kan het licht ook dramatisch veranderen. Zorg dat je continu bij de les blijft en houdt het licht in de gaten. Kleine nuances kunnen genoeg zijn om van een mooie foto een super foto te maken en die momenten wil je niet missen.
Kijk niet naar het landschap, maar lees het licht! Zorg in ieder geval dat je een uur voor zonsopkomst bij je locatie bent en als je een zonsondergang fotografeert, ga dan pas weg als het licht echt verdwenen is.

Tip 3: Ken je materiaal en gebruik de juiste techniek
Het gemakkelijkste onderdeel in de landschapsfotografie, maar toch gaat het hier vaak mis. Zorg dat je de juiste techniek gebruikt. Werk met kleine diafragma’s rond de f/16 en een zo laag mogelijke ISO voor zo gedetailleerd mogelijke foto’s. Gebruik nooit de autofocus maar stel handmatig scherp. Niet je camera maar jij wilt bepalen waar je scherpte-diepte begint. Belicht het liefst handmatig of in diafragma-voorkeuzestand en bedenk dat de enige goede belichting de belichting is zoals jij hem wilt. Ga dus ook bewust om met onder- of overbelichting.

Tip 4: Gebruik een statief en draadontspanner
Voor een zo gedetailleerd mogelijke landschapsfoto is stabiliteit essentieel bij het maken van de foto. Gebruik indien mogelijk ALTIJD een statief en zorg dat je een stabiel statief gebruikt. Hoe stijver en zwaarder je statief, hoe beter. Gebruik daarnaast een draadontspanner. Zeker bij lange sluitertijden is een draadontspanner ideaal.
Als je daarbij ook nog de spiegel-opklapfunctie in je camera gebruikt (je klapt eerst de spiegel op, wacht een paar seconden en maakt dan pas de foto) doe je er alles aan om trillingen zoveel mogelijk tegen te gaan. Het resultaat is een haarscherpe, heldere en gedetailleerde foto.

Tip 5: Wees een weerman of vrouw
Om te kunnen bepalen of je de juiste weersomstandigheden aantreft op de door jou uitgekozen locatie is het handig de weersvoorspellingen van tevoren te raadplegen. Waar komt de wind vandaan? Drijft er bewolking binnen of blijft het helder? Wanneer is het hoog of laag water? Allemaal zaken die je van tevoren kunt raadplegen, waardoor je beter kunt inschatten of het interessant is om naar een bepaalde locatie te gaan.
Daarnaast is het handig om veel te weten over het weer. Zo zorgt bijvoorbeeld een koude nacht na een warme dag vaak voor grondmist. Verdiep je in het weer, doe er je voordeel mee en kijk vooral vaak omhoog!

Tip 6: Zorg voor een goede compositie
De regels voor een goede compositie zijn vast bekend: pas de gulden snede toe, zorg voor een lijnenspel en een ‘point of interest’ en creëer diepte door gebruik te maken van een voorgrond onderwerp. Besef je dat deze regels er niet voor niks zijn. Door ze toe te passen, houd je rekening met hoe de mensen naar je foto kijken. Je spreekt hun gevoel voor verhoudingen, balans en harmonie aan.
Zorg ervoor dat je deze regels kent en ze toepast. Bedenk daarbij dat hoe minder spectaculair de locatie of de omstandigheden zijn, hoe belangrijker deze regels worden. Gebruik ze als een handvat, als startpunt voor je foto. Minder is vaak meer.

Tip 7: Maak gebruik van grijs-gradatie (verloop) filters
Grijs-gradatie filters behoren tot de standaard uitrusting van iedere landschapsfotograaf. Mits goed toegepast, zorgen ze voor een uitgebalanceerde belichting in situaties waarbij de lichtmeter van je camera het meestal laat afweten. Denk aan zonsondergangen en -opkomsten, waarbij er vaak sprake is van erg grote verschillen tussen donker (meestal de voorgrond) en licht (meestal de lucht).

Door een grijs gradatie filter te gebruiken ben je in staat om de details in je donkere voorgrond te behouden zonder dat je luchten uitgeslagen (overbelicht) worden. Daarnaast zorgen grijs-gradatie filters voor langzamere sluitertijden waardoor niet alleen de kleuren mooier worden, maar je ook mooie effecten gaat krijgen in voorbij drijvende wolken of beweging op water.
Let op: tegenwoordig kun je ook digitaal grijs gradatie filters nabootsen achter je computer, maar de hierboven beschreven effecten kun je nooit achteraf toevoegen. Er gaat dus niets boven ouderwets handwerk ter plekke!

Tip 8: Visualiseer
Ik zeg wel eens dat dromers de mooie foto’s zien en doeners maken ze ook. Met dromers bedoel ik mensen die in staat zijn om de foto te visualiseren voordat ze hem gemaakt hebben. Kijk niet naar het landschap zoals je het op dat moment ziet, maar probeer te visualiseren hoe het landschap eruit zou zien onder de meest mooie omstandigheden en hoe je camera dat vast gaat leggen. Kijk dus tweedimensionaal. Hierdoor zul je gemakkelijker een mooie locatie weten te herkennen en weet je precies wanneer (onder welke omstandigheden en welk seizoen) je er moet zijn.

Tip 9: Pak ook eens je telelens
Veel landschapsfoto’s worden gemaakt met groothoeklenzen. Dat ligt voor de hand. Hoe wijder je hoek, hoe dramatischer de effecten van een lijnenspel en diepte in je compositie. Vraag jezelf echter af of dit altijd de beste keuze is. Kijk naar je gehele blikveld en bepaal welk gedeelte voor jou het meest fascinerend is.
Is dat een klein gedeelte aan de horizon? Pak dan je telelens en isoleer dat gedeelte. Gebruik je ogen daarbij als een zoomlens. Je materiaal en dus ook je lenzen zijn niet meer dan hulpmiddelen die jou moeten helpen om de foto te maken die jij in je hoofd hebt. Gebruik dus ook al je hulpmiddelen. Ik maak regelmatig landschapsfoto’s met mijn 500mm lens.

Tip 10: Zorg dat je er bent
Je kunt nog net zo goed je materiaal en de techniek beheersen en je hoofd vol hebben met mooie landschapsfoto’s die je nog wilt maken, maar als je niet bereid bent om te zorgen dat je een uur voor zonsondergang op je locatie bent of laat in de avond nog achter je statief staat, zul je de foto nooit maken. Uiteindelijk zul je er toch moeten zijn. Ben je daartoe bereid? Nee? Niet erg, maar realiseer je dan dat je bepaalde foto’s niet zult maken.
Uiteindelijk gaat het maar om één ding: hoe groot is je passie voor de landschappen om je heen? Hoe graag wil je die foto maken? Jouw enthousiasme en gedrevenheid bepalen uiteindelijk met welke foto’s je thuis gaat komen. Bedenk daarbij altijd dat je passie voor de natuur en landschappen om je heen belangrijker is dan je passie voor de fotografie.

Plaats een reactie