Eten fotograferen

1. Gebruik zacht licht
Natuurlijk (zacht) licht werkt erg goed voor het fotograferen van voedsel. Ga echter niet in het harde licht van de zon fotograferen. In de buurt van een raam (zonder direct zonlicht) werkt daar in tegen prima. Ook een plekje buiten in de schaduw kan erg goed werken.
Ook in de studio kun je aan de slag, maar gebruik in elk geval geen direct flitslicht. Maak het licht zachter met een softbox of door het via een groot wit oppervlak te weerkaatsen. Ook het gebruik van een lichttent kan hier een prima oplossing bieden om mooi zacht licht te krijgen.
Als het licht te alsnog te hard is of te duidelijk uit één richting komt, gebruik dan een reflectiescherm om de donkere kant nog wat op te lichten. Heb je geen reflectiescherm dan zal een stuk piepschuim ook prima volstaan.
Tenzij je in een restaurant zit en even tussen de maaltijden door een foto maakt is het ook slim om je statief te gebruiken. Wanneer je werkt met natuurlijk licht binnenshuis dan kan de sluitersnelheid anders gauw een probleem worden. Door met een statief te werken hoef je niet uit te wijken naar hogere lichtgevoeligheid (ISO).

2. Ga dichterbij
Wanneer het echt om het eten zelf gaat, zorg dan ook dat je de foto van dichtbij maakt. Eventueel zelfs met een macro objectief. Door dichter op je onderwerp te kruipen wordt het eigenlijk vanzelf simpeler om een goede foto te maken, je haalt immers afleidende zaken uit het beeld. Alleen waar het echt om draait is dan nog maar zichtbaar.
Wanneer je dichter op het eten zit zal ook de textuur veel beter zichtbaar zijn in je foto. Ook de details in het eten worden duidelijker. Vaak is hier door de kok de nodige moeite voor gedaan, dus dat wil je zeker ook vastleggen.

3. Maak gebruik van scherptediepte
Wanneer je dicht op je onderwerp zit is het eenvoudiger om de achtergrond onscherp te maken. Een onscherpe achtergrond is een prima manier om je onderwerp er echt uit te laten springen. Maak dus gebruik van deze kleine scherptediepte.
Pas wel op voor een te kleine scherptediepte, ook dat kan storend zijn. In de meeste gevallen wil je in elk geval je onderwerp zelf helemaal scherp op de foto hebben. Hierbij kan een statief weer handig zijn als je door de grote scherptediepte (bijvoorbeeld op diafragma f/11) een te langzame sluitertijd krijgt om een onbewogen foto uit de hand te kunnen maken.

4. Let op de details
Een gestreken servet, een schoon glas. Het zijn de details die dadelijk op zullen vallen als je wat langer naar de foto kijkt. In de nabewerking is het bijna niet te doen om een vouw uit een servet te halen, met een strijkijzer is het nog geen minuut werk.
Een andere vorm van detail waar je op moet letten is de styling. Het is natuurlijk ideaal wanner je een styliste bij de hand hebt om dit voor je te doen. Ook een goede chefkok zal het nodige weten van mooie styling van eten. Bij gebrek daaraan zul je zelf aan de slag moeten. Probeer het gerecht er zo voordelig mogelijk uit te laten zien al voordat je überhaupt de camera erbij pakt.

5. Breken en snijden
Voedsel kan er op zichzelf al prima uit zien, maar vaak wordt het allemaal nog net iets smakelijker als het al aangesneden is. Een stuk uit de taart, gebroken chocolade, kruimels brood. Het ziet er allemaal minder klinisch uit als het aangesneden is en eruit ziet alsof je zo een stukje kunt pakken.
Wat meestal minder goed zal werken is daadwerkelijk een hap nemen uit het gerecht. Dat maakt het snel rommelig en daarbij; zou jij graag iets eten waar al een hap uit is genomen? Niet bepaald een gevoel dat je wilt krijgen bij een foto van eten.

6. Neem de omgeving mee
Een beetje in tegenspraak op eerdere tips, maar soms kan het ook heel goed werken om juist wat meer van de omgeving mee te nemen. Als je bijvoorbeeld foto’s maakt voor de folder van een restaurant dan zal het vaak op prijs gesteld worden als het restaurant zelf in de foto’s te herkennen is.
Niet alleen een foto van dat heerlijke ijsje dus, maar maak ook duidelijk dat het ijsje goed samengaat met het wijds uitzicht van het zonnige terras. Door de omgeving mee te nemen kun je meer sfeer in je foto krijgen.

7. Zorg voor een heldere foto
Eten ziet er lekkerder uit wanneer de foto iets overbelicht is. Je camera zal op de automaat in elk geval vaak kiezen voor een wat onderbelichte foto, eten wordt immers vaak op een wit bord gepresenteerd en dat verpest de automatische belichting in de meeste gevallen.
Kijk dus of je een stop (of anderhalf) kunt overbelichten zonder dat je hierbij overbelichte delen in je foto komen. Een beetje clipping (overbelichte delen waar geen detail meer in zit) is niet erg, zolang het maar niet op belangrijke onderdelen in je foto zit.

8. Let op de juiste kleurtemperatuur
Let goed op de witbalans instelling die je gebruikt. In de meeste gevallen kun je voedsel beter wat warmer van kleurtint vastleggen. Een biefstukje ziet er dan bijvoorbeeld direct een stuk smakelijker uit. Bij een koude (blauwe) kleurtemperatuur kan het heerlijkste lapje vlees er vies uit gaan zien.
Zeker wanneer je een serie foto’s aan het schieten bent, bijvoorbeeld voor de menukaart of website van een restaurant, is het belangrijk om met een constante witbalans te werken. De beste manier om dit te doen is door te werken met een grijskaart en je foto’s in het RAW formaat te schieten. Je kunt dan achteraf eenvoudig alle foto’s de juiste kleurtemperatuur geven.
Zet de grijskaart bij het eten en maak er een foto van om de juiste kleurtemperatuur achteraf te kunnen bepalen. Elke keer wanneer het licht verandert moet je een nieuwe meetfoto maken. Werk je in natuurlijk licht dan is het dus slim om de grijskaart in de buurt te houden en regelmatig mee te nemen in je foto’s.

9. Probeer eens een andere hoek
Veel eten wordt gefotografeerd onder een hoek van zo’n 45 graden; zo’n beetje zoals je zelf naar het eten op je bord zou kijken. Het is dus goed om hier ook eens in te variëren, bijvoorbeeld door juist een heel laag standpunt te kiezen. De hoogte van je onderwerp wordt met een laag standpunt veel beter duidelijk.
Let bij het lagere standpunt wel extra op de achtergrond, je krijgt vanuit deze positie meer te zien dan alleen het tafelkleed. Daar is niks mis mee, maar het moet niet afleiden van (bij voorkeur zelfs sfeer toevoegen aan) de foto.

10. Voeg een beetje olie toe
Ziet het eten er in de foto een beetje te droog uit, dan kan het helpen om er een klein beetje olie of water overheen te sproeien (teveel, en het ziet er viezig vet uit). Dit helpt om voedsel er beter uit te laten zien, maar je moet wel oppassen dat je het niet overdrijft. Let er ook op dat je alleen het voedsel voorziet van de olie; het bord en andere dingen die in beeld komen moeten uiteraard wel spettervrij zijn.
Het makkelijkste is het overigens om je foto’s gewoon zo snel mogelijk te maken nadat het opgediend is. Laat sausen en bijvoorbeeld slagroom pas na het opdienen toevoegen; dan ziet het er het lekkerste uit. Na ongeveer de eerste drie minuten zal de versheid er vanaf gaan.
Door snel te werken heb je ook geen trucjes nodig om het eten er lekkerder uit te laten zien. Zorg dus dat je camera gereed staat met de juiste instellingen voordat het eten er is.

Plaats een reactie