Portretfotografie

Portretfoto’s maak je doorgaans vooral voor de geportretteerde. Houdt dat in je achterhoofd wanneer je aan de slag gaat. Je moet hem of haar er zo voordelig mogelijk op zetten. Mensen vinden zichzelf op een foto al snel niet gunstig afgebeeld staan, dus het is extra veel waard als het jou wel lukt om ze er op hun mooist op vast te leggen.

1. Stel scherp op de ogen
Het allerbelangrijkste bij een portretfoto is dat de ogen scherp zijn. Omdat je vaak werkt met kleine diafragma getallen (grote opening) is de scherptediepte niet al te groot. Het valt dan snel op wanneer de ogen niet scherp zijn. Bij een portretfoto zijn de ogen doorgaans het belangrijkste punt waar kijkers op focussen. Als de ogen dan niet helemaal scherp zijn valt dit al snel op.

2. Gebruik een grote diafragma opening
Een gemakkelijke manier om een portretfoto een professionele uitstraling te geven is door te werken met een grote diafragma opening (laag diafragma getal). Een laag diafragma getal zorgt ervoor dat de scherptediepte in je foto klein is. Hierdoor wordt de achtergrond onscherp, waardoor je onderwerp los komt van de achtergrond. Er is geen betere manier om de aandacht in een foto naar je onderwerp te trekken dan door alleen het onderwerp scherp te maken.
Zet je camera op de Av of A stand (diafragma voorkeuze) en selecteer het kleinst mogelijke getal (f/3.5 of f/2.8 bijvoorbeeld). Zorg er nu tevens voor dat de afstand tussen jouw en het model klein is, terwijl de afstand tussen het model en de achtergrond juist zo groot mogelijk is. Je onderwerp zal op deze manier zeker los komen te staan van de achtergrond.

3. Fotografeer op ooghoogte
Door op ooghoogte met je onderwerp te fotograferen wordt een portret direct veel beter. Dat geldt zeker voor kinderen, maar ook bij volwassen is het niet leuk als je neerkijkt op hun kruin of opkijkt tegen hun kin.
Mocht je model groter zijn dan jij dan kun je op zoek gaan naar een verhoging, maar je kunt de persoon ook vragen om zijn (of haar) benen te spreiden. Dat ziet er raar uit als je ook de benen in beeld hebt, maar bij veel portretten leg je vooral het gezicht en het bovenlijf vast.

4. Leg ook de omgeving vast
Niet alleen de persoon die je op de foto zet is belangrijk, ook de omgeving waar hij of zij zich in bevindt. In een studio is dat natuurlijk niet van toepassing, maar ben je bij iemand thuis of bijvoorbeeld op een evenement, zoek dan naar een achtergrond die direct duidelijk maakt (voor de geportretteerde in elk geval) waar en wanneer de foto genomen is.
Zo krijgt de foto extra waarde omdat het degene die je vastgelegd hebt later ook weer terug neemt naar die plek op dat tijdstip.

5. Fotografeer hun passie
Het kan wat cliché zijn, maar een portretfoto kan ook echt verbeteren als je de passie van de geportretteerde vast legt in de foto. Denk bijvoorbeeld aan de gitaar van een (hobby)gitarist of de motor van een motorrijder.
Voordeel is dat je direct ook iets hebt om over te praten; je weet zo immer waar zijn of haar passie ligt. Dan is het gemakkelijker om je model op zijn gemak te stellen en dan kun je beter foto’s maken dan wanneer de persoon nog onwennig en ongemakkelijk voor je camera staat.

6. Onderwerp uit het midden
Je maakt een portretfoto direct een stuk dynamischer wanneer je je onderwerp niet exact in het midden plaatst. De regel van derden is meestal een prima uitgangspunt; je model juist aan de linker of rechterkant van het beeld. Let dan gelijk om een eventuele kijkrichting; houdt bij de kant waar naar toe gekeken wordt de meeste ruimte vrij.
Het is ook belangrijk om op de hoogte van het gezicht in de foto te letten. Bij de minder ervaren fotografen zie je vaak dat er boven het hoofd van het onderwerp nog veel ‘vrije’ ruimte is. Hier is doorgaans niks interessant te vinden; het lichaam van je model voegt doorgaans meer toe aan de foto dan de lege lucht er boven. Kader het hoofd dus krap met de bovenkant van je uitsnede.

7. Kom dichterbij
Het is vaak moeilijk om te dichtbij te zijn voor een portretfoto. Vul met het gezicht van de persoon die je op de foto zet het hele beeld en je krijgt waarschijnlijk een prima portretfoto. Krap kaderen werkt omdat er niks meer in de foto te vinden is dat af leidt.
Veel beginnende fotografen willen iemand er ten voeten uit op hebben; van top tot teen. Voor de kijker is dat meestal weinig interessant. De aandacht gaat naar het gezicht, dus laat de rest ook weg vallen. Tenzij de omgeving een toegevoegde waarde heeft voor deze specifieke portretfoto natuurlijk..

8. Zoek zacht licht
Zacht licht is erg aangenaam bij portretfotografie. In zacht licht ziet bijna iedereen er mooi uit; het is vleiend licht. Bij het maken van portretfoto’s is het daarom slim om hard licht te voorkomen en op zoek te gaan naar zachter, diffuus licht. Vermijd dus de zon midden op de dag, want die levert harde schaduwen op.
Zacht licht heb je wel ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat bij de zonsopkomst en ondergang. Ook een bewolkte dag zorgt voor zacht licht dat het goed doet bij een portretfoto. Moet je wel een foto maken terwijl er een felle zon schijnt, zoek dan de schaduw op.
Je kunt eventueel hulpmiddelen gebruiken om harde schaduwen te verzachten; zo kun je een reflectiescherm gebruiken om schaduwen zachter te maken door het licht te weerkaatsen. Ook kun je inflitsen; je flitser gebruiken om harde schaduwen weg te flitsen terwijl het zonlicht wel de hoofdbron blijft van het licht.
Voorkom een geheel egale belichting; een portretfoto wordt dan juist weer saai. Je hebt contrastverschillen en overgangen nodig om diepte te krijgen in je portretten.

9. Omzetten naar zwart-wit
Vaak spelen kleuren geen belangrijke rol bij een portretfoto. Hierdoor zijn portretfoto’s vaak ook goed om te zetten naar zwart-wit. Door de kleur weg te nemen gaat de aandacht volledig naar lijnen, structuur en het onderwerp zelf. Probeer dus ook zeker eens om een portretfoto om te zetten naar zwart-wit.
Het omzetten naar zwart-wit kan direct in je camera, maar het is beter om de omzetting achteraf in Photoshop, Lightroom of bijvoorbeeld Photoshop Elements te doen. Je hebt dan de meeste mogelijkheden om de omzetting volgens jouw eigen smaak te doen. Een automatische omzetting is vaak lang niet zo spannend.

10. Experimenteer
De meest bijzondere foto’s krijg je door te experimenteren. Het is belangrijk om de basis te kennen; weet hoe je camera werkt en wat je met welke instellingen bereikt. Weet welke ‘regeltjes’ er zijn om een mooie portretfoto te maken. Vervolgens kun je daar mee spelen en experimenteren. Zo kun je de foto’s maken die anders zijn dan normaal en er uit springen.

Plaats een reactie